Een tennisbal is een kleine bal die wordt gebruikt in de sport tennis. Deze bal is meestal fel geel of groen en bedekt met fluweel. Tennissen zijn nodig voor het tennisspel, omdat spelers de bal heen en weer slaan. Heb je je ooit afgevraagd hoe een tennisbal werkt en hoe deze het spel heeft veranderd?
Tennisballen hebben een rubberen kern die is bedekt met fluweel. Het rubber zorgt ervoor dat de bal veert, en het fluweel helpt mee bepalen hoe snel en hoeveel de bal draait. Het felle fluweel maakt het voor spelers ook gemakkelijker om de bal goed te zien op het tennisterrein.
Wanneer een racket een tennibal raakt, wordt hij even ingedeukt en veert daarna weer terug. Daardoor springt hij! De snelheid en hoek waarmee de bal wordt geslagen, en de hoeveelheid spin die erop wordt geplaatst, beïnvloeden hoe de bal over het veld beweegt en springt.
Tenniballen zijn niet alleen bedoeld voor het spelen van tenni! Ze zijn ook uitstekend om te oefenen met het vangen, je reflexen te verbeteren of zelfs om spierpijn te verlichten. Sommige mensen ontspannen hun spieren met tenniballen, spelen er catch mee, of laten ze tegen een muur springen.
Tennissen zijn belangrijk voor het tennisspel. Gelukkig was er voldoende tijd om te plannen, want zonder tennissen hebben spelers geen manier om hun service, volley's of groundstrokes te oefenen. De felle kleuren van tennissen maken ze gemakkelijk zichtbaar terwijl ze door de lucht vliegen, en wanneer spelers ongeveer weten waar de bal zal landen, kunnen ze sneller reageren.
Vroeger gebruikten spelers zware houten of kurken ballen die nauwelijks veerden, lang voordat moderne tennissen werden ontwikkeld. Dit maakte het moeilijk om het spel in een hoog tempo te spelen. In de 19e eeuw werd de tennisbal met een rubberen kern ontwikkeld om spelers in staat te stellen sneller te serveren en nauwkeuriger te slaan.